04/26 Zuidlaren - Rolde (18,1 km)

02 juli 2014:

".....een zinnetje vol moed en kracht in alle eenvoud."

Na een heerlijke nachtrust ontwaak ik rond 06.30 uur bij het daglicht dat al voorzichtig door de jalozieën heen strijkt. Bij een eerste blik naar buiten zie ik een heel vaal zonnetje tussen de nogal donkere wolken door schijnen. Er staat een matig windje maar het is droog. Met de huiseigenaar heb ik afgesproken dat ik rond 07.30 uur wil ontbijten, zodat ik om een uur of acht kan beginnen met de wandeling. Op m’n gemak kleed ik me aan, maak me wat fris, op de kleine badkamer, en ruim m’n rugzak alvast weer in. Ik heb er heel veel zin in en het duurt me eigenlijk te lang voordat ik kan vertrekken. Om 07.30 uur schuif ik aan voor het ontbijt. En dat is prima voor elkaar, alleen het eitje is aan de zachte kant. Ik praat nog wat met de huiseigenaar over Berend Botje en vertel hem dat mijn kinderbeeld van het beertje in het bootje voor altijd is verdwenen.

Om 08.05 uur loop ik de deur uit van het B&B, op weg voor een nieuw Pieterpad avontuur. Via het centrum loop ik toch nog een keertje langs het beeldje van Berend Botje. Misschien in de hoop toch nog een beertje in een bootje te zien… Ik steek de straat over naar ‘De Brink’ waar een standbeeld staat van een paard met koop –en verkooplui. Evenals in het logo van Zuidlaren staat het paard symbool voor de, sinds de 13e eeuw, bekende paardenmarkt van het dorp, dat op deze Brink wordt gehouden. In stilte verlaat ik het centrum van het nog half slapende dorp.

Net even buiten het centrum van Zuidlaren kom ik aan bij een Joods oorlogsmonument van de tweede wereldoorlog. Het is een klein oud uitziend kerkje. Aan de buitenzijde hangt een zwarte plaquette met namen van voormalige Joodse inwoners van Zuidlaren. Ernaast preik bovenaan een Davidster met daaronder, zoals het uitziet, een handgeschreven tekst van een kind. Helemaal onderaan is een Bijbeltekst gegraveerd die ik al wel vaker heb gelezen. Op de grond voor de plaquette is een klein pleintje van klinkers aangelegd met daarin ook een Davidster verwerkt. Ik ga op het pleintje staan en bestudeer aandachtig de plaquette.

Amper een half uur nadat ik uit het B&B ben vertrokken raak ik diep onder de indruk van wat ik zie en lees. En natuurlijk, ik weet maar al te goed welk een tragedie zich heeft afgespeeld tijdens de tweede wereldoorlog, maar hier bekruipt mij van heel dichtbij het dramatische besef van wat het werkelijk geweest moet zijn. Vooral van welke gevoelens die de mensen toen moeten hebben gehad. Ik moet er niet aan denken hoe het zou zijn als je hele familie uiteen wordt gerukt, maar hier staan op één kleine plaquette de zeven namen van één familie onder elkaar. In een leeftijdscategorie van 57 tot 10 jaar. Zes van hen in hetzelfde jaar omgekomen en eentje drie jaar later. Mijn oog valt op de handgeschreven tekst van het kind. Ik ben verbluft; ondanks dat de ouders wisten wat hen te wachten stond wisten ze de angst bij dat kind Bernard weg te nemen, zodat hij een positief briefje kon schrijven naar de jongens die achtergebleven waren. Het is slechts één zinnetje, maar het spreekt boekdelen. Het is een zinnetje vol moed en kracht in alle eenvoud. Een zinnetje van; “Maak je geen zorgen, tot gauw.”

Nu, jaren later, ken ik de afloop van deze gebeurtenissen. De vermelde Bijbeltekst geeft pakkend de gevoelens weer van al die mensen die het hebben overleefd en vandaag de dag nog steeds worstelen met dit verleden. Intussen ben ik heel stil geworden en ik bemerk zelfs tranen in mijn ogen. Met mijn gedachten nog bij de kleine Bernard van 10 jaar besluit ik mijn wandeling voort te zetten. Nog beduusd van het hele verhaal achter de Joodse plaquette verlaat ik Zuidlaren. Het suist nog na door m’n hoofd en er steekt zelfs boosheid in me op bij de gedachte dat zelfs vandaag de dag nog steeds hele families door oorlogsgeweld en vervolgingen uit elkaar worden gerukt. En dat alleen maar om macht en status te veroveren.

Amper bijgekomen van het indrukwekkende moment bij de plaquette wacht mij net buiten Zuidlaren alweer het volgende bezinningsmoment. Ik wandel door de tuinen van de voormalige christelijke psychiatrische instelling ‘Dennenoord’, wat tegenwoordig nog steeds dienst doet als psychische zorginstelling. Wandelend door de tuinen tref ik zowat op iedere hoek een bord aan met daarop teksten van gedichten of overdenkingen. Ze zijn geschreven door mensen die ooit opgenomen waren in ‘Dennenoord’. De teksten maken me van binnen nóg stiller dan ik al ben na het Joodse monument. Mensen die hier worden opgenomen, zo wil de volksmond ons leren, zijn niet goed bij hun hoofd. “Hoe akelig kunnen mensen het toch mishebben.”; bedenk ik na het lezen van de eerste borden. “Als je de achtergronden van iemand niet kent, houd dan je mond.”; mompel ik boos van binnen op die ‘volksmond’. Het gedicht dat mij het meest aanspreekt is, ‘Luchtkasteeltjes’. Als je er een beetje over nadenkt spat de échte achtergrond er vanaf, en begrijp je de strijdt die de schrijver moet hebben gehad of misschien nóg wel heeft.

Ik pak de wandeling weer op richting het landschap van de Drentse rivier de Aa. Een prachtig gebied van moerassen en pittoreske doorkijkjes. Via een kort houten vlonderpad verlaat ik het Aa-gebied en maak tussendoor een kort alledaags praatje met twee andere Pieterpadlopers die ik op een graspad tegenkom. Ik kom in de Gasterse duinen aan en zie in de verte een man op een grasrand nabij de heide zitten. “Goede morgen, lekker aan het uitrusten?”; zeg ik tegen de man als ik bij hem ben. “Nou ja, eigenlijk nee, ik ben aan het genieten van ‘De Tuin’.”; zegt de man lachend. Hoe passend wil je het hebben. Had ik daags tevoren een hele overdenking over ‘de tuin’, kom ik een man tegen die aan het genieten is van ‘De Tuin’. We hebben een niet al te lang gesprekje en besluiten eensgezind ‘De Tuin’ in dankbaarheid te aanvaarden.

Ik doorkruis het dorpje Gasteren met z’n vele huizen met rieten daken. Dat geeft het dorp een echt nostalgisch Hollands aanzien. Na een wat drukkere verkeersweg stuit ik op het prachtige Ballooërveld. Een restant ‘woeste heide’ in Drenthe. Over een wat langer houten vlonderpad kom ik terecht op een breed stuifzandpad waar het lastig lopen is. Alsof je door het losse zand loopt op een strand, maar dan kilometers lang. Op dit pad komen mij drie ‘gedateerde’ dames tegemoet. Al snel blijkt het ook om Pieterpadlopers te gaan. Een van hen betrapt mij op m’n Limburgse accent en voordat we het in de gaten hadden spreken we Limburgs dialect tegen elkaar. De drie dames zijn afkomstig uit Venlo en lopen zo nu en dan een etappe van het Pieterpad. We groeten elkaar, wensen elkaar een goede thuisreis en vervolgen onze eigen weg.

Een klein stukje verderop passeer ik een gigantisch houten windorgel. Het ziet er indrukwekkend uit, maar het nut of functie van het ding in dit gebied ontgaat mij totaal. Een bocht verder bij een prachtig heideven maak ik tijd voor een korte pauze. Ik ga op m’n gemak in het gras aan de waterkant zitten om even wat te eten en te drinken. Ondanks dat het wat winderig is valt mij toch de weidse stilte hier op. Ik raak volledig relaxed en ontspannen en denk terug aan het praatje met de man over ‘De Tuin’. “Zóals hier moet het bedoeld zijn.”; spreek ik mijzelf toe. Maar mijn gedachten gaan ook weer terug naar het Joodse momument en de ‘Luchtkasteeltjes’. Het laat me niet los…..

Ik loop verder over het stuifzandpad en ontmoet wederom een groep Pieterpadlopers. Twee oudere echtparen die ook zo nu en dan een etappe van dit bekende pad lopen. We zeggen elkaar vriendelijk goeden dag en gaan ook weer verder. Vlak voor Rolde, het eindpunt van de etappe, passeer ik een soort keienmonument van het Pieterpad. Een tekst op de grootste steen laat zien dat het nog (maar) 415km (vanwege de vele wijzigingen is het pad inmiddels iets langer geworden) is tot aan de St.Pietersberg. Erg bemoedigend is dat niet moet ik zeggen. De kerk van Rolde komt al snel in beeld en al evensnel sta ik bij het plaatsnaambord Rolde. Mijn etappe eindigt bij het bekende streekmuseum ‘Het dorp van Bartje’.

Hier pak ik de volgende keer het Pieterpad weer op richting Schoonloo. Bij het standbeeldje van Bartje maak ik nog een foto en bedenk me; “Wat een raar menneke eigenlijk toch, die Bartje. Bruun bonen bint geweun lekker! Vooral mit spekkies d’r in!” Ik start mijn gps op voor de ‘uitloop etappe’ van 5,9km naar station Assen. Bij Smullers snel een frietje met, voor op de vuist, inchecken en om 14.32 uur zit ik in de trein richting Utrecht. Ik zak heerlijk onderuit in de eerste klasse in het besef dat ik een bijzondere dag heb beleefd.

 

volgende etappe >>


Maak een gratis website Webnode