06/26 Schoonloo - Sleen (27,5 km)

08 juli 2014:

".....deze stilte voelt als een soort heiligheid. Heel apart."

De weersvoorspellingen zijn niet al te best en het kan weleens een natte wandeldag worden. Vandaar dat ik graag heel vroeg wilde vertrekken. Met de huiseigenaresse van het B&B spreek ik af om mijn ontbijt al klaar te zetten op de kamer. Om 04.55 uur wordt ik met een wat slaperige kop wakker. Een paar minuten later stap ik uit bed. In alle rust begin ik aan het ontbijt. Ik ben niet zo’n hele stevige ontbijter, dus met een sneetje brood, een beschuitje en een paar koppen melk ben ik al snel tevreden. Ik zet de TV nog even aan om op teletekst naar het weerbericht te kijken. “Vreemd eigenlijk.”; bedenk ik opeens. Je ziet tegenwoordig dat steeds meer mensen, voordat ze iets gaan doen, eerst het weerbericht bekijken. Alsof we er zoiets van controle over willen hebben. Afhankelijk van het weerbericht nemen we dan vaak een besluit om wel of niet iets te gaan doen. Ik vraag me af; “Stel dat je het weertype gewoon niet weet, pas je je dag dan ook aan of doe je gewoon je ding?” Ik zie vaker dat mensen hun dagen aanpassen op basis van het weertype. En dan denk ik weleens: “Hoeveel mooie kansen laten we soms liggen, omdat het weer ons niet aanstaat?”

Nadat ik onder een koude kraan heb opgefrist laat ik om 05.50 uur de nog slapende bewoners van het B&B achter me. Met een gerust gevoel dat ik op tijd kan vertrekken begin ik aan de wandeling richting het startpunt van de dag in Schoonloo. Bij restaurant Hegeman zit de “oranjestemming” er nog goed in. Het restaurant is het startpunt van mijn zesde Pieterpad etappe die mij naar Sleen brengt. De route begint bij de enorme ‘Trekkerskei’ die op ‘De Brink’ van het dorp in 2006 door de eigen dorpsbewoners is geplaatst. Over een lege asfaltweg verlaat ik het nog schemerige Schoonloo. Voor mij rijst het gigantische bos op van het Schoonloërveld. Vlak voor de bosrand vliegen twee wilde ganzen over me heen tegen de achtergrond van een donkergekleurde hemel die er dreigend uitziet.

Met het betreden van het bos probeer ik vast te stellen wat de sfeer van de start van deze dag weergeeft. Ik kom op het woordje ‘sereen’ uit. Sereen wil zoiets zeggen als: dat iets mooi en rustig verloopt of is. Het woord sereen geeft innerlijke rust, vrede en veiligheid aan. Ik bemerk bij mezelf ook een soort sereenheid. De hele omgeving van het Schoonloërveld straalt dat deze ochtend uit. Een samenspel van een stille omgeving en de innerlijke vrede zorgen voor een heerlijke ontspanning. Zelfs het dreigende weerbeeld kan dat niet wegnemen. Later lees ik zelfs dat sereenheid een synoniem is van ‘een omgeving en innerlijk, zonder troebeling’. Voor mij een mooie verwoording van ‘hoe het zou moeten zijn’.

Temidden van een boeiend tafereel met paarden in een weiland bemerk ik toch enige benauwdheid in de lucht. Al snel gaat mijn jasje uit en wandel ik in mijn T-shirtje door het heide –en vennengebied De Meeuwenplassen. Ook hier valt de serene rust meteen op. Bij het Orvelterveld loop ik langs een paardenmanege. Van verre zie ik een man naar een van de paardenstallen lopen. In mijn passage langs de manege hoor ik opeens een enorm hoefgetrappel achter me opdoemen. Ik draai me om en zie in een flits een enorme horde paarden langs me heen rennen via een pad richting hún weiland. De paarden worden door hun baasje losgelaten om het vrije weiland op te zoeken, waar ze mogen rennen en springen. Het is majestieus om te zien en te horen hoe de jonge veulens van de groep hinnikend en huppelend en trappelend door het weiland rennen. Als vanzelf stop ik met wandelen om het het hele tafereel in me op te nemen. Ik neem er wat foto’s van en ook als vanzelf keren de paarden terug in een toestand van sereniteit,… mooi en rustig.

Enige tijd later betreed ik via een klaphekje de restanten van het hoogveen van De Kijl. Een stukje natte heide waar kolossale Schotse hooglanders zorgen voor de begrazing. Ik waag mijzelf met hen op de foto. Via de boswachterij van Schoonoord kom ik op het Sleenerzand. Ook hier een enorm bosgebied waar zandhagedissen hun intrek hebben genomen. Ik maak de oversteek van het ‘oranjekanaal’, om in de donkere bossen van het Sleenerzand terecht te komen. Een plek waar je ieder moment verwacht oog in oog te staan met een of ander wild dier, zoals een hert of zelfs wild zwijn. De enorme diversiteit in kleuren groen vallen mij op in deze bossen. Op een splitsing van enkele bospaden leg ik mijn voeten te ruste op een speciale rustplek voor Pieterpadwandelaars. Op de rug van een van de banken lees ik de tekst; “Verdiende rust voor Pieterpadvoeten.” Ik doe m’n rugzak af, leg m’n pet ernaast en neem inderdaad even rust voor m’n voeten. Met de benen over het bankje geniet ik van een broodje kaas en een paar ferme slokken Ice Tea. De serene rust in mij opnemend bekijk ik het wegwijzerbord met daarop, Pieterberg nog 393 km, waarvan ik weet dat die afstand gedateerd is.

Evenals daags tevoren valt mij ook hier de diepe stilte van de omgeving op. “Wil je stilte, kom dan naar Drenthe.”; zeg ik tegen mezelf, maar eigenlijk zeg ik het tegen iedereen. Als je het hebt over sereniteit, dan hoort stilte daar zeker bij. Misschien zal ik in het verloop van het Pieterpad nog wel vaker stilte tegenkomen, maar deze stilte pakt niemand mij meer af. Sommige mensen noemen dit soort stiltes ook wel ‘heilige stiltes’. Ik kan niet ontkennen dat deze stilte voelt als een soort heiligheid. Heel apart.

Met de rugzak weer over mijn schouders zie ik de bewolking steeds donkerder worden. Het duurt niet lang of de eerste druppels vallen op m’n hoofd. In korte tijd heb ik m’n jasje weer aan en de paraplu uitgeklapt. Ergens op het Sleenerzand kom ik bij een open grasvlakte met het monument ter ere van de twee initiatiefnemers van het Pieterpad, Toos Goorhuis-Tjalsma (1915 - 2004) en Bertje Jens. Twee vrouwen die ooit het initiatief hebben genomen om een lang wandelpad te creeëren van Pieterburen naar de St.Pietersberg. Zij namen dat initiatief, waardoor het voor andere mensen mogelijk wordt om het ‘eigen Nederland’ en misschien ook een stukje van zichzelf te (her)ontdekken. Dat laatste is iets wat je als mens op z’n tijd nodig hebt. Een dag in ‘sereniteit’, zoals deze, helpt mij daar heel erg bij. Ik kan alleen maar zeggen; “Probeer ook zo nu en dan, jezelf weer eens te (her)ontdekken.”

Stilaan begint het een verregende dag te worden. Bij een vliegtuigmonument regent het zo hard dat ik mij geen tijd gun om er lang bij stil te staan. Ik heb immers nog een uitlooproute van 8,3 km voor de boeg. Onder een tunnel kan ik, na kilometers in de stromende regen, even ‘droog’ op rust komen. Ik leun met m’n rug tegen de tunnelmuur en kijk over de lange rechte asfaltweg die voor me ligt. Het is een trieste aanblik, over een weg die iets heeft van een lange rechte donkere spiegel, waaruit de waterdruppels omhoog lijken te spetteren. Vreemd genoeg voel ik daar toch een soort serene rust bij. Ik kan het weer  toch niet veranderen, ondanks de slechte weersberichten van eerder die dag. Opgeven is sowieso geen optie. Daarbij een échte wandelaar gaat gewoon door, weer of geen weer.

Een paar minuten later glijden mijn voeten alweer over het donkere gespiegelde asfalt richting Sleen, waarvan ik, haast traditioneel, de kerktoren als eerste in ’t zicht krijg. Ik passeer het plaatsnaambordje van Sleen naar het kleine centrum van het dorpje. Een erg mooi en nostalgisch dorp opent zich voor mij, ondanks de stromende regen straalt het dorp gastvrijheid uit. Dit brengt mij bij de gedachte dat gastvrijheid iets is wat er onder alle omstandigheden hoort te zijn, weer of geen weer. Ik vind de gedachte wel een doordenkertje. Naast de kerktoren van Sleen bereik ik het eindpunt van de Pieterpadetappe van de dag.

Ik besluit Sleen toch even te laten voor wat het is, en stel mijn gps direct in voor de uitlooproute van 8,3km naar station Emmen.  Ik ben toch verregend, dus dat kan er ook nog wel bij. Een aantal lange rechte asfaltwegen duiken in de regen voor me op. Mijn sporthart spoort mij aan om direct een stevig tempo erin te zetten, zodat ik tijdig de droogte van station Emmen kan opzoeken. Maar vreemd genoeg doorbreekt een ‘oranjekleurige slak’ al snel mijn wandeltempo. Al van tientallen meters afstand zie ik het beestje over het asfalt kruipen. Een glimmend oranje huisje waaronder twee vriendelijke voelsprieten naarboven steken. Ik vind het een aandoenlijke aanblik en kan niets anders dan dit op de gevoelige plaat vastleggen. Zeker met het oog op de aanstaande halve finale voetbalwedstrijd van ‘Oranje’ tegen Argentinië. De eerste huizen van Emmen komen in zicht en om 12.55 uur bereik ik weliswaar nat maar voldaan station Emmen. Ik kan mij opmaken voor een lange thuisreis, met tussen Ommen en Zwolle een stukje busvervoer als gevolg van geplande werkzaamheden aan ’t spoor. “Maak ik dat zelf ook eens mee.”; zo besluit ik de wandeldag.

 

volgende etappe >>