08/26 Coevorden - Hardenberg (19,4 km)

30 juli 2014:

".....ik zie de hele fijne haartjes langs de stam. “Wat mooi.”

Goed uitgerust, glad geschoren en opgefrist met koud water begin ik om 04.50 uur aan een nieuwe reis en wandeldag. Ik geniet op m’n gemak van het ontbijt en pak opnieuw m’n rugzak in met mijn spulletjes voor onderweg. De weersverwachtingen zien er goed uit, maar ik neem toch een regenjasje mee. “Je weet maar nooit.”; mompel ik een beetje pessimistisch. Stilletjes sluit ik om 06.00 uur de voordeur achter me en loop naar het station van Landgraaf voor de eerste trein van de dag. Ik weet inmiddels dat er geen treinen rijden tussen Heerlen en Sittard. Vanwege een aanrijding met een vrachtwagen, daags tevoren, waren er nog herstelwerkzaamheden. Ik had mij al ingesteld op extra reistijd vanwege het ‘ommetje’ via Maastricht dat ik moest maken, om vandaaruit verder richting Utrecht te reizen.

In Heerlen begroet ik twee collega’s die naast me komen zitten en ook met de Veoliatrein richting Maastricht moeten.Tijdens het ‘bekende’ ritje over de Heuvellandlijn tuur ik wat naar het Limburgse landschap dat in ’t grijs is gehuld, maar toch van een buitengewone schoonheid is. Ondertussen ben ik met de twee collega’s in gesprek geraakt. We brainstormen wat over de toekomst van de NS en wat daarin de vooruitzichten zouden kunnen zijn voor ons. We zijn het erover eens dat de huidige veranderingen wel erg snel gaan allemaal en dat het toch wel een onzekere tijd is. Op station Maastricht scheidden onze wegen en ik vervolg mijn weg naar perron.1 voor de intercity van 06.57 uur naar Utrecht. Daar begroet ik een andere collega en praat met hem ook nog heel kort over de toekomst van ‘ons’ bedrijf. En opnieuw trekken we dezelfde conclusie, dat het een snel veranderende en onzekere tijd is binnen de NS. We nemen afscheid en van de vriendelijke conductrice mag ik een mooi plekje uitzoeken in de 1e  klasse.

Ik neem plaats en haal mijn Pieterpad boekje tevoorschijn. Het wordt de dag van de overgang van de provincie Drenthe naar de provincie Overijssel. Van de ‘Drentse Plateau’s’ maak ik de overstap naar het ‘Overijsselse Vechtdal’. Ik zal vandaag de rivier ‘De Vecht’ ontmoetten, wat ooit een wispelturige rivier was die vaak, vooral ’s winters, buiten z’n oevers trad en ’s zomers bijna droogviel. Nadat ik de inleiding op Overijssel heb doorgenomen maak ik al wat eerste aantekeningen in mijn schrift. Even voor Eindhoven klinken de eerste muziektonen uit mijn mp3-speler. Johnny Cash met ‘A Thing Called Love’ is het eerste nummer wat ik te horen krijg.

Ik heb het lied al vele malen gehoord. Maar deze tekst over ‘liefde’ geeft mij altijd weer aan dat ‘liefde’ niet is wat velen er tegenwoordig van maken. Liefde is méér dan alleen maar lichamelijke genegenheid tussen mensen, zoals het vaak wordt uitgelegd. Liefde zoals die is bedoeld zet je leven op de kop en doet méér met je dan je durft te dromen. Van binnen zing ik zachtjes met de rauwe stem van Johnny het refrein mee; “You can't see it with your eyes, hold it in your hands. But like the wind that covers our land. Strong enough to rule the heart of every man, this ‘thing called love’. It can lift you up, never let you down. Take your world and turn it all around. Ever since time nothing's ever been found stronger than love.” Is dat niet prachtig?

Met de muziek in m’n oren vliegt de treinreis voorbij. Na de overstappen in Utrecht en Zwolle kom ik om 10.59 uur aan op station Coevorden waar meteen het startpunt is van de etappe. Op het kleine stationspleintje wordt ik begroet door een lekker warm zonnetje dat tussen de wolken door schijnt. Ik trek m’n jasje al uit. Vluchtig maak ik wat foto’s van het straatje naar het centrum, waarbij ik mij nog steeds stoor aan de straatvervuilende reclameborden. Ik kan er maar niet aan wennen. Ik start mijn gps op voor de route en maak, langs de stations fietsenstalling, mijn eerste stappen van de 19,4km lange etappe richting Hardenberg. Via de overweg bij het station verlaat ik al snel het toch wel rumoerige Coevorden.

Langs een kanaal, ‘Lutterhoofdwijk’, passeer ik enkele fraaie woonboten. Het is een opvallend pittoresk plekje kort bij de Coevorder industrie. Aan de rand van Coevorden sta ik oog in oog met molen ‘De Arend, een molen uit 1894. Iets verderop sla ik linksaf en wandel het eerste onverharde pad van de dag op, het zogeheten ‘Leeuwerikkenveld’. Het onverharde pad brengt mij naar ‘De Poort van Drenthe’, een imposant kunstwerk van zwerfkeien bij de Coevordermars. Via de allereerste ‘berg’ van het Pieterpad, sinds de start in Pieterburen, bereik ik ‘De Poort’. De beklimming van deze kleine berg roept in mij vreemd genoeg gedachten op over de ‘figuurlijke’ bergen die ik in mijn leven ben tegengekomen. En ik bedenk dat ik al heel wat heb afgeklauterd in m’n leven. Ik stel opeens vast dat iedere ‘bergbeklimming’ lastig is geweest. Telkens weer opnieuw moest je kracht zetten tegen de weerstand van de berg, anders bereikte je de top niet. Eenmaal boven verwacht je er te zijn, maar staat er weer een nieuwe berg voor je neus. En iedere berg had z’n eigen obstakels die je naast het klauteren ook te overwinnen had. Obstakels als teleurstellingen, verbrokenheid, verdriet door verlies of simpelweg gebrek aan échte liefde, waarover Johnny zong. Ik besluit deze gedachte dat ik de ervaringen van ‘mijn bergen’ m’n hele leven zal meedragen, maar dat ik daaruit wijze lessen heb mogen leren die mij helpen om mijn leven nu gestalte te geven.

Voorbij het waterpoeltje ‘Klooster’ zie ik ‘De Poort van Drenthe’ voor mij opduiken. En imposant is het zeker. Het is een symbolische overgang van de provincie Drenthe naar de provincie Overijssel. Het toont mij de symboliek van de lessen die je hebt geleerd tijdens de beklimmingen van jouw bergen, waarbij je de ‘goede dingen’ mag meenemen door ‘De Poort’ en jou ‘zware keien’ mag achterlaten richting een nieuwe fase in je leven. En zo laat ik de keien van het kunstwerk achter me en loop zowaar een stukje bergafwaarts langs het Scheersche bos. Daar neem ik even plaats op een houten reling langs een afwateringskanaal. Iets verderop kom ik voorbij een vreemd soort schutting met afdakje. Het is een briljant idee van de plaatselijke boer. Langs het Pieterpad, midden in een polder, langs het kanaaltje staat een heuse ijskast met koffie, thee, frisdrank en koek. Tegen een geringe betaling in ‘de kassa’ kun je jezelf voorzien van een hapje en een drankje. Een prachtige geste in alle eenvoud, op een prachtige onverwachte plek.

Langs het moeilijk begaanbare pad langs het afwateringskanaal, vanwege pas gemaaid gras, zie ik enkele blauwe korenbloemen. Ze stralen iets rustgevends uit en geven mij een blik van onbezorgdheid. “Och had ik dat ook eens wat vaker.”; spreek ik mijzelf vertrouwelijk toe. Ik sla rechtsaf richting het gehuchtje ‘De Hulte’ waar ik een mooie beukenlaan passeer. Na boerderij ‘De Kiefte’ steek ik een afwateringskanaal uit 1925 over richting ‘De Haandrik’, het ‘spaghetti-kruispunt’ van rivier De Vecht met het Almelo-De Haandrik kanaal en het Coevorden-Vechtkanaal, gelegen langs de spoorlijn tussen Zwolle en Emmen. Het is een fotogenieke plek waar ik voor het eerst kennismaak met de schoonheid van rivier De Vecht. Ik steek de Sluis de Haandrik over en vervolg linksaf mijn weg richting Gramsbergen. Bij het plaatsje Holtheme is de overgang naar het Overijselse landschap goed zichtbaar. Ik passeer enkele zeer uitnodigende boerderijen met even uitnodigende percelen en tuinen. Het lijkt wel of ik door een boerderijmuseum wandel waar de ene boerderij nog mooier is dan de andere. In een flits schiet de gedachte door m’n hoofd van; “Waren wij mensen ook maar zó uitnodigend naar elkaar.”

Over de ophaalbrug van het Almelo-De Haandrik kanaal loop ik Gramsbergen binnen. Een kleine hofstad, ontstaan nabij het ‘Huis Gramsbergen’ dat in 1822 is gesloopt. Aan de dorpsrand passeer ik een typisch Pieterpad wegwijzerbord. Nog 341 kilometer tot de St.Pietersberg. “Nou, dat geeft de burger moed.”; roep ik in mezelf. Naast de kerk bewonder ik het bronzen beeld van Pieterpadwandelaars. “Met ferme tred passeren ze. Bewonderend en genietend.”; staat op een kleine plaquette geschreven. Vooral het tweede zinnetje prikkelt mij. Want alles wat ik tot nog toe beleef met ‘mijn Pieterpad’ is bewonderend en genietend. Ik verlaat Gramsbergen voorbij Stadsherberg ‘de Olde Woage’, waar ik mij mag verwonderen over een antiek uurwerk aan de gevel.

Ik steek De Vecht over en kom door het plaatsje Ane. Langs de dorpsschool ga ik linksaf door het ‘Anevelderesch’. Onder een alleenstaande boom langs het graspad neem ik even een pauze. Met een broodje in de hand en een blikje pils, wat ik in Gramsbergen gekocht had, voel ik dat ik hele zware benen heb gekregen. Ik besluit even mijn schoenen uit te doen en languit te gaan zitten. In geen velden of wegen is er iemand te bekennen. Het is stil om mij heen. Tegenover me kijk ik tegen een enorm maïsveld aan, waarvan de bladeren zachtjes heen en weer gaan door de wind. Boven het maïsveld glijden uitgestrekte wolkenvelden aan de horizon voorbij. Boven m’n hoofd hoor ik in de boom een vogel fluiten. “Het gaat allemaal zo snel voorbij!”; spreek ik mezelf opeens hardop toe. “Ik zou nog wat meer tijd moeten nemen, om goed naar dit mooie land te kijken, te luisteren, te voelen en te ruiken.” En ik stel mijzelf de vraag; “Gun ik mij wel tijd genoeg, überhaupt, voor alles?” We gaan in ons korte leven zo snel aan alles voorbij, waarbij we zoveel moois aan ons voorbij laten glippen. Mijn oog valt plotseling op de stengel van een maïsplant en ik zie de hele fijne haartjes langs de stam. “Wat mooi.”; zeg ik, en hoop dat ik vaker zó goed naar alles mag kijken.

Ik laat het bankje en de ‘eenzame boom’ achter me en kom over een stuk geasfalteerde weg bij het ‘Engelandsche Bos’. Daar maak ik via een houten bruggetje een mooie lus door het bos. Voorbij Ydenhoeve kom ik wandelend onderlangs de Vechtdijk aan de rand van Hardenberg, waar ik zicht heb op de molen. Via de ‘Prinses Amaliabrug’ maak ik de oversteek van De Vecht en kom al snel in het centrum van Hardenberg, waar op dat moment volop de kermisattracties draaien. Het geeft mijn wandeling een gezellige en feestelijke afsluiting. De uitlooproute van 1,0km naar het station is snel gevonden. Met een frietje op de vuist zoek ik mijn weg naar het perron voor de lange treinreis terug naar Landgraaf.

 

volgende etappe >>