14/26 Vorden - Zelhem (16,4 km)

23 september 2014:

"Hier knopen verliefde paartjes twee takken aan elkaar.."

Na een tien daagse ‘Pieterpadpauze’ heb ik vandaag het weerzien met het bekendste ‘Lange Afstands Wandelpad’ van Nederland. Voor mijn gevoel heeft het té lang geduurd dat ik een ontmoeting had met het pad, waarop ik in het eerste deel toch wel een beetje verliefd ben geworden. Ik ben vastbesloten in het tweede deel van het pad, dat vandaag in Vorden begint, mijn liefde voor het pad verder te koesteren. Tijdens het ontbijt vliegt de tijd nogal snel voorbij. Het lijkt erop dat ik te weinig tijd heb om al mijn ‘normale’ voorbereidingen af te ronden. Ik kom zelfs een beetje in tijdnood om mijn eerste trein te halen. Als ik, na mijn overstap in Heerlen, mijn nieuwe Pieterpadboekje van deel twee uit mijn rugzak neem komt pas het besef dat ik vandaag aan een ‘nieuw wandelhoofdstuk’ begin.

Hierbij overdenk ik dat het leven voor mij als mens ook bestaat uit hoofdstukken. “Ja, zelfs vele hoofdstukken.”; stel ik vast. En ieder hoofdstuk heeft een andere inhoud. Sommige hoofdstukken zijn heel erg mooi en zou ik het liefst willen vasthouden. Ik bedenk zelfs dat er zijn waarin ik geen einde zou willen. Maar ik heb ook hoofdstukken gekend die ik het liefste had willen overslaan. Maar net zoals in een boek, je moet hoe dan ook door de hoofdstukken heen om tot het einde van het boek te komen. Als je een goed boek hebt gehad neem je dat boek soms nog weleens ter hand om het nog een keer te lezen. “Hoe zou het met ‘mijn’ boek zijn?”; vraag ik me opeens af. “Zou ik dat ook nog eens ter hand nemen?” Een lichte twijfel bekruipt me, als ik me afvraag of ik ‘mijn’ boek wel een tweede keer zou willen lezen.

Ik mijmer nog wat door over de hoofdstukken in mijn leven en begin in mijn Pieterpadboekje de wandelroute van vandaag nader te bekijken. Na een uurtje in de trein begint vlak voor Eindhoven de échte dageraad. Het land kleurt langzaam zacht fluweel blauw en over de weilanden hangt een in gebroken wit getinte deken van mist. Dit geeft mij een beeld dat ‘gebrokenheid’, in de hoofstukken van mensen, ook weer zal oplossen. Maar net als het oplossen van de mist over het land heeft het oplossen van die gebrokenheid ook tijd nodig en gaat dat soms heel langzaam. Soms blijven pijn en verdriet een tijd ‘nazeumeren’, maar uiteindelijk zal het zacht fluwelen blauw voor iedereen zichtbaar worden. Ik vind het een mooie gedachte van hoop over de hoofdstukken die we het liefst zouden willen sluiten. De eerste muziek uit mijn mp3-speler klinkt door de oren. Een instrumentaaltje van James Last, ‘Het Dorp’ en ‘Vluchten kan niet meer’. De twee liedjes geven een bijzondere inhoud aan de hoodstukken uit mijn leven, die als een flits aan mij voorbijschieten.

In ’s Hertogenbosch stap ik over in een overvolle spitstrein richting Zutphen. Na wat gedrang neem ik plaats op een klapstoeltje naast het toilet. “Heb ik die in ieder geval in de buurt.”; zo blijf ik optimistisch. Vanwege de drukte kom ik drie minuten te laat aan in Zutphen, waardoor ik op een haar na de aansluitende trein naar Vorden mis. “Nou, het wordt een lang hoofdstuk vandaag.”; mompel ik enigszins teleurgesteld. Ik gebruik het ‘extra halfuurtje’ om mijzelf in de Kiosk van station Zutphen te voorzien van enkele versnaperingen voor tijdens de wandeling. Met dertig minuten vertraging kom ik aan op station Vorden, waar ik toch wel schrik van het inmiddels in totaal verval geraakte stationsgebouw. Het contrast tussen de twee moderne vertrekkende treinen van vervoerder ‘Breng’ en de ingegooide ruiten van het oude station kon niet groter zijn. De ingegooide ruiten staan symbool voor een maatschappij waar respectvol gedrag steeds verder naar de achtergrond verdwijnt.

Mijn Pieterpadwandeling begint via de tweetalige stationsweg, die ook staat aangeduid als Bahnhofstraße. De ‘ingang’ van het kleine centrum van Vorden is gevormd door een kunstmatige kastelentoog met twee torentjes. “Vorden het kastelendorp” kondigt alvast mijn ontmoeting aan met het échte kasteel van Vorden. Alleen jammer van al die verkeersborden rondom de kastelentoog. Het maakt het dorp er niet rustiger op. Na het verlaten van het centrum sla ik linksaf, om via een oude klinkerweg met fraaie nostaligische lantaarnpalen het échte kasteel van Vorden tegemoet te wandelen. Met het tegenlicht van de zon kom ik terecht in een middeleeuws aandoend romantisch landschap.

Het wegwijzerbord met ‘Sint Pietersberg 256 km’ geeft aan dat ik inderdaad op de helft van het Pieterpad ben aangekomen. Langs een houten bruggetje in het bos kom ik aan bij, zo het lijkt, de achterzijde van het kasteel. Het vele groen rondom geeft het kasteel een extra nostalgisch tintje. Ook het torentje met de klok laat je even wegdromen in lang vervlogen tijden. Na een laatste blik op het kasteel stap ik vlakbij in de voetsporen van de twee bedenksters van het Pieterpad. Ter ere van Bertje Jens en Toos Goorhuis-Tjalsma is in het begin van de ‘Zichtlaan’ over de Vordense beek een plaquette onthuld met hun voetstappen, waar ik met gepast respect overheen wandel.

Via de lange Zichtlaan wandel ik ‘Landgoed Vorden’ binnen. Ik wordt getrakteerd op een van de mooiste ‘kromme’ beukenlanen die ik ooit heb gezien. Het bruine bladerdek kondigt in stilte de herfsttijd aan. Over het houten bruggetje over de ‘Veengoot’ beland ik bij ‘Het Knopenlaantje’. Een klein beukenlaantje met knopen van boomtakken. Hier knopen verliefde paartjes twee takken aan elkaar om uitdrukking te geven aan hun verbondenheid. Als ik enkele van deze ‘takkenknopen’ nader bekijk zie ik hele jonge maar ook hele oude gebonden takken, met zelfs al een laagje mos eroverheen. Eigenlijk heel mooi, want het geeft aan dat deze traditie in de streek nog steeds in ere wordt gehouden. De ‘jonge knopen’ staan symbool voor de prille liefdes van nu. De ‘oude knopen’ staan symbool voor diezelfde prille liefdes van toen, maar die na vele jaren stand houd, ondanks de tekening van het mos, dat symbool staat voor de strijdt die iedere relatie door de jaren heen kent. De knopen zijn na jaren in elkaar gegroeid, zoals relaties ook daadwerkelijk horen te zijn, dicht naar elkaar gegroeid en verknocht, of ‘verknoopt’, aan elkaar. De ‘takkenknopen’ tonen echter ook aan dat het aangaan van een ‘relatie in verbondenheid’ een ingrijpende keuze is. Een keuze voor het leven.

Via een bos en een open weidelandschap kom ik bij buurtschap ‘Het Waarde’. Bij een picknicktafel, waar je gratis peren kunt eten of meenemen, neem ik plaats en geef mijn wat vermoeid aanvoelende benen even rust. Langs de buurtschappen ‘’t Hissink’ en ‘De Kostee’ kom ik via een tweede statige beukenlaan in esdorp ‘Linde’. Het is er buitengewoon rustig en stil. De boerderijen en de weiden stralen iets uit van onbezorgdheid. “Hoe zou het wérkelijk zijn?”; vraag ik mij af. Ik doorkruis de paden van de Helderboomsdijk om terecht te komen in ‘Landgoed Zelle’. Mijn eerste blik valt hier op een prachtige rij knotwilgen, die tussen twee weilanden door afsteken tegen de grijze luchten op de achtergrond. In de verte hoor ik de geluiden van kwetterende ganzen.

Bij het bord ‘Langoed Zelle’ lees ik de tekst; ‘Kwetsbaar Natuurgebied’. Ik bedenk dat ieder natuurgebied kwetsbaar is, zeker als je soms bekijkt hoe wij mensen met onze natuur, de ‘Tuin’, omgaan. “Heel vaak niet zoals het is bedoeld.”; stel ik somber vast. Waarschijnlijk ook, omdat veel mensen simpelweg niet meer weten hoe het eigenlijk bedoeld is met ‘De Tuin’. Onze opdracht is duidelijk wat dat betreft; “Verzorg en beheer de Tuin, zodat het jullie aan niets ontbreekt, en zorg dat het zo blijft.”

Vlak vóór ‘Varssel’ rust ik opnieuw even uit op een zonovergoten bankje aan de rand van het bos. De zonnestralen warmen mijn gezicht aangenaam op. Voor een klein moment dut ik zelfs even weg. Maar al snel ben ik weer op pad en wandel via een houten sluis richting het golfterrein nabij Varssel. Voorbij boerderij ‘De Haverkamp’ ga ik rechtsaf langs ‘’t Zand’, een voormalig stuifzandgebied wat nu bebost is om het stuiven van het zand te stoppen. Al snel wandel ik door de uitgestrekte bossen van ‘Het Oude Schot’.

Over de oude ‘Ruurloseweg’ en de ‘Oosterwijkweg’ passeer ik een ijzeren picknicktafel waaraan een piepklein schoentje is vastgebonden. De reden ervan ontgaat mij helaas, maar het heeft iets aandoenlijks. Ik betreed het erf bij boerderij ‘Hemink’ en beland, al wandelend over het erf, via enkele duidelijke ‘Pieterpadbordjes’, in een groot weidelandschap. Dit weiland geeft iets aan van vrijheid waarin ik mag wandelen. Hierbij bedenk ik opeens dat heel veel mensen niet in vrijheid kunnen wandelen of zich überhaupt niet in vrijheid kunnen bewegen. Nog steeds worden mensen onderdrukt, gemarteld, gevangen gehouden en tegenwoordig zelfs onthoofd, omdat er mensen zijn die volledig kwijt zijn hoe hun Schepper deze aarde heeft bedoeld en hoe wij als mensen daarop met elkaar zouden moeten omgaan. Wat dat betreft zijn velen al net zo ‘vervallen’ als het oude stationsgebouw van Vorden.

Ik geniet van mijn vrijheid door het weiland en bewonder de kleine wesp op de witte bloemen. Een mooier symbool van vrijheid kon ik niet krijgen. Langs ‘De Vrochte’ en ‘Papenborg’ komt Zelhem in zicht. Daar wacht mij als eerste een standbeeld van twee spelende kinderen, die tegen een boom op willen klimmen en elkaar daarbij helpen. Met op de achtergrond de kerk van Zelhem een mooi symbool van vrijheid op de manier zoals het is bedoeld. Het is ’s middags twee uur als ik het centrum van Zelhem bereik. “Het is inderdaad een lang hoofdstuk vandaag.”; moet ik vaststellen. Want, er volgt nog een uitlooproute van 7,8 km naar station Doetinchem. Ik maak een klein ‘rondkijkje’ in Zelhem en verlaat onder een wit viaduct door het kleine plaatsje. Het hoofdstuk van vandaag eindigt, na een lange treinreis, 's avonds om half acht bij de voordeur van mijn huis.

 

volgende etappe >>