21 oktober 2014:
"Kom binnen met een blij hart!”
Na een slechte nachtrust stap ik om vijf minuten over vijf ’s ochtends naast m’n bed. Op een of andere manier ben ik toch wat gespannen voor deze wandeldag. De reden ligt in de dreigende storm en de herfstachtige weersverwachtingen voor deze dag. Met de onzekere overtocht met het veerpont in het vooruitzicht, bij echt stevige storm wordt die uit de vaart genomen, ben ik niet gerustgesteld op een tijdige aankomst in het Bed & Breakfast in Millingen a/d Rijn. Daarbij ben ik mij ook bewust van de gevaren onderweg van omvallende bomen die, vanwege de storm en het vele blad wat er nog aanzit, onberekenbaar snel kunnen omvallen. “Laat ik maar proberen alert te blijven.”; pep ik mijzelf op, voorafgaand aan mijn twee-daagse ‘Pieterpad-treffen’. Vandaag van Braamt naar Millingen a/d Rijn en morgen verder naar Groesbeek.
Ik stel me zo voor, twee dagen onbereikbaar te zijn,… voor iedereen. Even weg van alle dagelijkse beslommeringen en bekommeringen. “Wat een genot zal dat zijn.”; zo hoop ik. Voor niemand bereikbaar, of eigenlijk, slechts ik alleen, met ‘De Tuinman’. Hierbij overvalt me de gedachte; “Hoe kun je nog onbereikbaar zijn hedentendaage, met al die e-mail, facebook, twitter, sms en al die andere ‘social media’ toestanden, die er alleen maar op gericht zijn ten allen tijde bereikbaar te zijn?” Soms voelt het weleens alsof je erdoor ‘geclaimed’ wordt. Het roept een beklemmend gevoel in me op. Maar in deze ‘moderne tijd’ ontkom je bijna niet aan de invloeden van die social media, dus ik waarschijnlijk ook niet. Maar gelukkig heb ik als mens een ‘vrije wil’ gekregen, waarmee ik ervoor kan kiezen om even ‘onbereikbaar’ te zijn, en tijd door te brengen in eenzaamheid en stilte.
Zo stap ik om iets over zessen in de eerste trein op station Landgraaf. De twee Veolia ‘stewardessen’, die mij goed kennen, kijken verbaasd op als ze die NS’er in ‘vrijetijdspak’ zien instappen. “Even een dagje zonder jullie en zonder ’t spoor.”; is mijn antwoord op hun vraag; “Wat ga jij doen?” Vreemd genoeg roepen ze in koor; “Héél verstandig!” In Heerlen stap ik in een vrijwel lege intercity richting ’s Hertogenbosch. Met goedvinden van mijn collega conducteurs neem ik plaats in een stille eerste klasse coupé. Met m’n benen languit neem ik mijn Pieterpadboekje ter hand en bestudeer de etappe van vandaag. Het wordt in het begin een bosrijke etappe met een slotstuk over de dijken langs de ‘Boven-Rijn’, waar de voorspelde wind en regen vrij spel zullen hebben.
Ik stap over in ’s Hertogenbosch en daarna in Arnhem voor de richting Doetinchem. Mooi op tijd om 09.22 uur stap ik uit in een donkergrijs gekleurd Doetinchem. Geïmponeerd door de dreigende luchten loop ik aan de verkeerde zijde van het station naar buiten. Toch handig zo’n Gps, die je meteen weer de goede kant uitstuurt. Al snel daarna verdwijnen de Arriva treinen uit ’t zicht en dwarrel ik door het grote bedrijventerrein van Doetinchem. Sommige gebouwen zien er al net zo vervallen uit als sommige stations. Het heeft iets spookachtigs. Bij de meeste bedrijven heerst soms een onrustige en chaotische bedrijvigheid. Ik kijk dan ook wat raar op van het welkomstbord bij het betreden van het bedrijventerrein, ‘Welkom in bedrijvig Doetinchem’. “Hoe kun je nu mensen welkom heten in een sfeer van onrust en chaos.”; vraag ik mij af. Maar net als bij de social media staat ‘totale bereikbaarheid’ ook hier voorop. Een reclamedoek laat dat mooi zien: ’24-uur open, 7-dagen per week, ieder zondag verse Duitse broodjes’. “Geen wonder dat het onrustig en chaotisch is, als er geen tijd en ruimte meer is voor dat éne moment van ‘onbereikbaarheid’.”; stel ik ontluisterend vast.
Even voor half elf sta ik in Braamt voor ’t Witte Huus, het startpunt van de Pieterpadetappe van vandaag. ‘Auberge Graaf Hendrik’ geeft een leuke invulling van hoe je je tijd in onbereikbaarheid kunt doorbrengen: ‘Eten, drinken en slapen’. De chefkok staat je in de voortuin al op te wachten. Zo snel ik Braamt via de aanlooproute heb bereikt zo snel verlaat ik het kleine plaatsje ook weer via een mooie veldweg richting de ‘Bergherbossen’. Hierbij passeer ik een van de laatste typische ‘Achterhoekse’ landerijen en boerderijen.
Vanaf de rand van de bossen gaat het meteen stevig omhoog over de eeuwenoude stuwwallen. Het duurt niet lang of ik wandel in ‘onbereikbaarheid’ over de verlaten bospaden, die schitteren in diversiteit. Kronkelend en slingerend over zanderige paadjes en over brede bospaden, die al bezaaid liggen met de bruine kleuren van de afgevallen bladeren, trek ik steeds dieper het bos. Bij een dikke zwerfkei neem ik een kort rustmomentje. Ik bemerk dat de wind al begint aan te wakkeren. Op een klein regenspatje na is het gelukkig nog droog. De bospaden reigen zich, op en af, aan elkaar. Een houten wegwijzer, met het opschrift ‘Euregiopad’, laat mij zien dat ik mij in de nabijheid van de Duitse grens begeef.
Tijdens de wandeling, over de mooie bospaden, mijmer ik in stilte wat weg in gedachten over mijn dagelijkse beslommeringen en bekommeringen. Hierbij bemerk ik dat de bekommernissen de overhand hebben boven de beslommeringen. Ik bedenk dat veel mensen het liefste alleen over hun beslommeringen willen praten, maar de bekommernissen worden meestal ergens ‘weggestopt’. “Hoezo, ìk, problemen? Hoe kom je er bij.”; is een veelgehoorde uitdrukking in het dagelijks leven van de mens. Alsof we té trots zijn om het over minder leuke dingen in het leven te hebben. Als ik al wandelend mijn bekommernissen bij ‘De Tuinman’ wil brengen wordt ik opgeschrikt door een waarschuwingsbord, ‘Pas Op, Boswerkzaamheden’. “Tsjonge zeg, zelfs in het bos kun je niet ongestoord zijn!”; spreek ik mijzelf enigszins geïrriteerd toe. Ik stop naast een omgezaagde boomstam waar je de ‘jaarringen’ goed kunt tellen. “Dat was een ‘wijze’ boom.”; zeg ik. “Voordat ik ‘wijs’ ben zullen er nog wel heel wat jaartjes verstrijken.; verzucht ik mijzelf niet bepaald moed in.
Aan het ‘Bergherbos’ schijnt geen eind te komen, maar ik verlang toch even naar een rustpauze. Rusten op een bankje zit er echter niet in. De bankjes die ik tegenkom zijn door en door nat van de inmiddels gestaag vallende regen. Via de ‘Hollandse Heide’ wandel ik over een brug, bij de autobaan de A3, Duitsland binnen. Bij de passage van het gehuchtje ‘Rietbroek’ kan ik eindelijk even schuilen in een oude vervallen en verlaten opslagschuur. Het is een prettig moment, vooral het gevoel even droog te kunnen rusten. Na een tiental minuutjes ben ik weer aan de wandel en kom langs een Duits ‘Blotevoetenpad. Ik kom niet in de verleiding om ook even op m’n blote voeten te lopen, maar kom, mét schoenen aan in Hoch-Elten, waar ik het mooie kerkgebouw van dichtbij bewonder. Nabij de Eltener Strasse kijk ik van bovenaf op de ‘doorgetrokken Betuwelijn’. Na een stevige afdaling wandel ik onder de spoorbrug door, waar op dat moment een goederentrein passeert.
Over een ijzeren brug, nabij wandelpad ‘De Wild’, wandel ik door een open veld in de richting van ‘Spijk’. Het is een klein plaatsje met een heel mooi kerkgebouw met twee torens. Op een van de deuren van het kerkgebouw valt mijn oog op een tekst, die op houten bordjes is aangebracht. “Enter With A Happy Heart!” “De spijker op de kop.”; mompel ik. “Kom binnen met een blij hart!” Zo zouden we altijd en overal binnen moeten gaan, ongeacht waar. Maar helaas, de waarheid is anders. Vaak genoeg gaan we ergens naar toe met een beladen hart vol met ‘bekommernissen’, die nog ergens zijn weggestopt. Ik betrap me erop dat het bij niet anders is. En ik bedenk kort hoe vaak ik wel niet met zo’n beladen en boos hart bij mensen binnen ben gestapt. Of al die keren dat ik met zo’n hart de kerk betrad. Tsja, en dan zegt ‘De Tuinman’ hier; ‘Kom binnen met een blij hart’. De dag in ‘onbereikbaarheid’ leert mij hier een harde les…
Ik verlaat Spijk om via ‘De Nieuwe trap’ de ‘Spijkse Dijk’ op te gaan. Zoals verwacht sta ik plotsklaps oog in oog met een stormachtige wind en een hevige regen die beiden vrij spel hebben in het open landschap. Over de kilometers lange dijk wandel ik vol tegen de wind in over een drukke verkeersweg met veel vrachtverkeer. Even vindt ik het niet meer leuk….. De eerste ontmoeting met de ‘Boven-Rijn’ vergoedt echter veel en doet me beseffen dat het Pieterpad een bijzondere wandeling is. De koeien schijnen zich niets aan te trekken van de onstuimige herfst.
Voorbij de steenfabrieken van Spijk kom ik bij het voormalige douanedorp ‘Tolkamer’. Langs de oevers van de Boven-Rijn trekt de wind steeds steviger aan. Enigszins voorover gebogen trotseer ik de laatste meters over de Spijkse dijk, om daarna de luwte tussen de huizen van ‘Tolkamer’ op te zoeken. Bij een van de kleine huisjes tref ik een Joodse plaquette aan, met de namen van een drietal mensen die tijdens WOII uit Tolkamer zijn weggevoerd naar Auschwitz en daar zijn vermoord. Het kleine monument, voor een klein aantal mensen, toont aan hoe groot de impact is geweest voor de overige mensen uit dit dorp. Dat besef dringt pas echt tot me door als ik de plaquette goed bekijk, en lees dat zelfs een klein kind van amper vijf jaar niet werd ontzien. Ondanks de rumoerige wind en de regen verlaat ik in stilte het verder verlaten Tolkamer.
Vanachter mijn paraplu fotografeer ik een stukje verderop het kleine ‘Tuindorp’ en wandel door een lager gelegen poldertje met grazende koeien. Ik passeer het recreatiegebied ‘De Bijland’. “Nou, er valt weinig te recreëren.”; stel ik vast. “Alhoewel, je zal maar wandelen als hobby hebben?” De regen en de wind beginnen steeds ernstigere vormen aan te nemen. Mijn wandeltempo heb ik inmiddels al flink opgeschroefd, om toch het veerpont van 15.00 uur te halen, zodat ik tijdig de droogte en de warmte kan opzoeken van het Bed & Breakfast verblijf.
Doorweekt en klam bereik ik om 14.45 uur de afvaart van het veerpont bij ‘Pannerden’. De veerboot staat echter nog aan de overkant bij Millingen a/d Rijn. Ik zal een kwartiertje moeten wachten. Ik troost mij aan de vier mensen die er al stonden toen ik aankwam. Tijdens ons korte gesprekje krijg ik te horen dat zij al anderhalf uur in de regen en de wind staan te wachten. Een schuilvoorziening is er niet, alleen een tweetal kleine reclameborden, waarachter je kunt staan. Als ik de al wat oudere mensen nader bekijk zie ik dat ze alle vier blauw zijn aangelopen van de kou. “”Leuke hobby hebben wij hè.”; spreek hen moed in, terwijl ikzelf worstel met het aantrekken van mijn poncho.
Het veerpont arriveert en binnen vijf minuten stap ik samen met de andere blauwbekken op de kade van Millingen a/d Rijn. Vanaf de dijk kijk ik over de daken van het dorp in de richting van de kerktoren. Luttele minuten later sta ik oog in oog met de statige kerktoren. Bij de plaatselijke supermarkt voorzie ik mij van wat eten en drinken voor de avond. Na een laatste stevige regenbui bel ik om 15.45 uur aan bij het Bed & Breakfast ‘Onder de Pannen’. Ik wordt zeer hartelijk ontvangen door de gastvrouw en krijg na een korte rondleiding een heerlijk pilsje aangeboden. Na de warme douche maak ik mij op voor een ontspannen avondje ‘Onder de Pannen’ en sluit de dag ‘onbereikbaar’ af…