18/26 Groesbeek - Gennep (15,0 km)

30 oktober 2014:
 

"Wat een duistere wereld.”; fluister ik..."

Ruim een week na mijn twee-daagse ‘Pieterpadtreffen’ met Braamt, Millingen a/d Rijn en Groesbeek heb ik deze ochtend veel moeite om de benen naast m’n bed te krijgen. De wekker piept langer door dan anders en ik heb moeite het juiste knopje te vinden om het ‘lawaai’ te verstommen. Als het eindelijk weer ‘stil’ is zit ik nog een aantal minuten versuft op de rand van het bed wakker te worden. Waarschijnlijk hebben de drie vroege diensten voorafgaande aan deze dag ‘slaaproet’ in het eten gegooid. Vier dagen in alle vroegte om 04.00 uur je bed uit begint toch z’n tol te eisen. “Jaa, je wordt ouder papa, geef het maar toe….!”; zingt het liedje door m’n hoofd. Uiteindelijk kan ik er nog om lachen ook.

Eenmaal beneden neem ik op m’n gemak plaats aan de reeds klaarstaande ontbijttafel. Ik smeer m’n brood en het traditionele beschuitje met kaas. Op de achtergrond pruttelt de koffie in het koffiezetapparaat. Het heeft iets gezelligs en helpt me om verder wakker te worden. Als ik ook mijn traditionele mok met melk inschenk moet ik denken aan een berichtje op ‘social media’, waarop vermeld wordt dat je van melk eerder dood gaat. Ik neem de resultaten van de Zweedse onderzoeker, die dit beweert, ter kennisgeving aan. Melk is een prima product en is ‘de basis’ voor iedere baby en ieder kind om op te groeien. En dat is al ‘vanaf den beginne’ zo bedoeld. In het allereerste bijbelboek Genesis wordt al melk gebruikt door de mensen, om hun kinderen te voeden. En de mensen toendertijd werden héél oud. En ik ben er ook, vanaf mijn geboorte dat ik al melk drink, niet slechter van geworden. “Ik neem er nog eentje.”; besluit ik in een enigzins rebelse bui.

Bij het aantrekken van mijn wandelschoenen kijk ik door het raam naar buiten tegen de nog donkere ochtendlucht aan. “Wat een duistere wereld.”; fluister ik mijzelf toe. “Is de wereld zelf, met de mensen en wat velen doen, niet ook een duistere wereld?”; vraag ik mij dan af. Als ik daar kort over nadenk zie ik die duisternis terug in het vele leed dat heerst over de aarde. En dan vooral het leed dat mensen elkaar aandoen. Vreemd, maar ook dat begon al ‘in den beginne’, toen Kaïn zijn broer Abel doodde. ‘De Tuinman’ liet een grote overstroming eraan te pas te komen om de mensen van toen een nieuwe kans te geven. In stilte hoop ik dat de mensen van nu hún nieuwe kans ook weten te ontdekken. Ik hang mijn rugzak om en trek om 06.00 uur de voordeur achter me dicht, op weg naar Groesbeek.

Mijn treinreisjes worden sinds de overgang naar ‘beneden de rivieren’ aanzienlijk korter. Vandaag reis ik, in amper twee uurtjes, via station Roermond over de ‘Maaslijn’ naar Mook. Op weg naar Roermond praat ik in de trein wat met een collega, die onderweg is naar Rotterdam voor een ‘Meeting’ over het tegengaan van ‘zwartrijden’ met de trein. “Laat Zwarte Piet het maar niet horen...!”; stel ik wat lacherig vast, als ik op een bankje op het perron van station Roermond wacht op mijn aansluitende trein naar Mook. Onderweg naar Mook gaat mijn mp3-speler aan en ik luister naar Don Williams met zijn lied “I Won’t Give up on You”. Een rustig lied met mooie woorden over wat wij als mensen voor elkaar kunnen zijn en betekenen in deze ‘duistere wereld’. ‘Ik zal jou nóóit opgeven’, zo mag ik het vertalen. “Wat heb ik vaak mensen teleurgesteld…”; stel ik enigszins somber vast, als ik deze gedachte afzet tegen al mijn relaties door het leven heen. Ik wordt er zelfs stil van….

Ik begin te bladeren in mijn Pieterpadboekje om de korte etappe van vandaag in mij op te nemen. Vandaag verlaat ik Gelderland om de provinciegrens over te trekken naar Limburg. Het besef komt een beetje boven dat het einde van mijn Pieterpadtocht in zicht komt. Het geeft me een beetje kriebels in de onderbuik. Om 08.15 uur stap ik uit op station Mook. Vanaf het perron loop je meteen de bekende ‘Mookerheide’ op. Een prachtig stukje natuur die ik als ‘extraatje’ beschouw bij deze Pieterpadetappe. Al snel verwonder ik me over het ‘bijenhotel’ aan de rand van het bos. Het is een voorbeeld om mensen aan te sporen hun eigen ‘bijenhotel’ te bouwen, waarmee zij de bijen in hun eigen tuin een ‘thuishaventje’ kunnen geven. Via een steile trap betreedt ik de ‘Mookerheide’. Op een verlaten plek in het bos stuit ik op een aantal totaal in verval geraakte gebouwen. Het lijken oude vakantieverblijven. Het kan haast geen toeval meer zijn, al die vervallen gebouwen die ik inmiddels langs het Pieterpad ben tegengekomen. Zelfs midden in de natuur laten we dat wat we zelf gecreeërd hebben aan het lot over. Het geeft mij, hier bij daglicht, een troosteloos beeld van de ‘duistere wereld’ waarin we leven en hoe wij daarin met alles omgaan.

De Mookerheide toont zich gelukkig van z’n mooiste ‘herfstkant ‘. Ook als ik even later het ‘Rijk van Nijmegen’ binnenwandel wordt ik getrakteerd op de mooiste herfstkleuren. Langs het fietspad richting mijn startpunt in Groesbeek passeer ik de restanten van de oude spoorlijn tussen Nijmegen en Kleef (D). Ook hier is het verval direct zichtbaar. Bij een klein dierenparkje kom ik aan bij de Protestantse kerk waar mijn Pieterpadetappe echt begint. Ik neem een kijkje bij de kerk en wandel nog heel even door het kleine centrum van het dorp. Groesbeek staat ook wel bekend als ‘’t Wijndorp van Nederland’, maar daar is nu even niets van te bekennen. Het is een drukte van belang in Groesbeek. Overal wordt er gewerkt en gebouwd en de straten staan vol met geparkeerde auto’s. Het dorp heeft rondom het centrum iets onrustigs en ik besluit snel de randen van het dorp op te zoeken.

Op het kruispunt, waar de molen van Groesbeek staat sla ik rechtsaf richting het Groesbeekse bos. Vlak voor het bos sta ik stil bij een klein oorlogsmonument. Het is een beeltenis ter nagedachtenis aan hen die Groesbeek moesten ontvluchten vanwege het oorlogsgeweld tijdens de Tweede Wereldoorlog. De verwelkte bloemen van een eerdere herdenking liggen nog op het monument en geven een somber beeld van de omstandigheden van toen. Enkele tientallen meters verderop trek ik de herfstachtige bossen in van het ‘Rijk van Nijmegen’.

Ik wandel langs statige bomen en raak steeds meer in vervoering van de vele kleuren die het jaargetijde met zich meebrengt. Ik passeer een open weiland in het bos en de ‘Wijngaard Klein Amerika’, waar ik vanaf een bank mooi uitzicht over het landschap heb. Over een breed zandpad door open veld neem ik in de verte de contouren waar van het skelet van een oud vliegtuig. In de mistige omgeving heeft het iets spookachtigs. Langs hetzelfde zandpad tref ik opnieuw een herdenkingsbord aan over de ‘Operatie Market Garden’. De vele monumenten en herdenkingsborden tonen alleen maar aan dat de impact van de Tweede Wereldoorlog hier diepe sporen heeft nagelaten.

In een weiland langs een mooie veldweg, bij het ‘Zevendal’, wordt ik op afstand ‘beslopen’ door een witte kat. Het beestje heeft schijnbaar niet in de gaten dat zijn kleur mij nogal opvalt. Ik houd de spanning er even in door stil te gaan staan. Langs een houten omheining kan ik de ‘albino kat’ met de telefunctie op de gevoelige plaat vastleggen. Als ik de wandelpas er weer in zet verschuilt het dier zich in het natte gras. Na de passage van een aantal zwerfkeien sta ik aan de rand van de ‘St.Jansberg’. Een hellingsbosgebied waar het kwelwater uit de hellingen stroomt. Ik passeer een boom die door het gewicht dreigt om te vallen en wordt gestut door een krakkemikkige houten stellage. Ik besluit een handje te helpen. Langs een houten slagboom trek ik verder het bos in waar de bomen op een groene deken van gras lijken te staan. Langzaam gaat de temperatuur iets omhoog en voordat ik de bossen van de St.Jansberg verlaat verwissel ik van jasje.

Ik trek verder door het langgerekte bos en passeer de ‘Drievijvers’. Voorbij grenspaal 589, bij eethuis ‘De Diepen’, ga ik linksaf, om langs de landsgrens van het Duitse ‘Reichswald’ te wandelen. Rechts van me heb ik een weidse blik over de Nederlandse akkers waar de koeien rustig grazen en de ganzen zich steeds meer opmaken voor hun trek naar de warmere oorden. Vanaf een bankje, waar ik even een rustmoment neem, hoor ik plotseling de schoten van een jachtgeweer. “Dan zullen sommige ganzen dit jaar de warme oorden wel niet bereiken.”; is mijn eerste gedachte. Kort na elkaar hoor ik nog een aantal schoten die de stilte over de akkers verstoren. Ik probeer me voor te stellen hoe dat geweest moet zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog in dit gebied. Het moet oorverdovend en beangstigend zijn geweest als ik hoor welk een lawaai dit ene jachtgeweer al maakt. “Nu begrijp ik ook waarom velen in Groesbeek en omgeving huis en haard hebben achtergelaten om zichzelf in veiligheid te brengen.”; is mijn vaststelling.

Bij de ‘Hondsiepsebaan’ wandel ik tussen de mooie akkers door over een landweg met kleine boerenpercelen. Op een ervan staat een boot te koop. “Zou die bang zijn voor een grote overstroming?”; vraag ik mij wat lacherig af. Een grote berg met suikerbieten doen mij even terugdenken aan de zogenaamde ‘bietencampagne’ op het rangeeremplacement van Nuth in Limburg. Een aantal jaren achtereen rangeerde ik daar met mijn collega’s de geladen bietenwagons bijeen voor transport naar Roosendaal. Een geweldige tijd bij mijn baas was dat, waar je veel regelvrijheid met elkaar genoot. “Wat zou ik dat nog eens graag willen doen.”; is mijn overpeinzing.

Bij een van de boerderijen hebben de koeien een samenscholing. Als ik voorbij wandel kijken ze me allemaal unaniem verbaasd na. “Wat doe jij hier?”; schijnen ze te denken. Zo denken blijkbaar ook de paarden iets verderop. Gelukkig, twee van hen willen wél even met me praten. “Ik, de horsewisperer.”; lach ik mezelf toe. Bij landgoed ‘De Kroef’ komt Gennep in beeld. De molen en een van de kerken duiken voor me op als ik het plaatsnaambord passeer. Als ik Gennep verder binnen wandel stuit ik op de tweede kerktoren van het dorp die langs het riviertje ‘De Niers’ staat. Al snel wordt ook duidelijk dat ik mij in Limburg begeef, want de Gennepse Vastelaovondclub ’t Bombakkes is al druk bezig zich te ‘Prizzentieren’.

Ik wandel de brug over van ‘De Niers’ en zet koers naar het centrum van het dorp. De paraplu heeft in Gennep een andere betekenis als elders zo lijkt het als ik door de centrumstraatjes loop. Het is een kleurrijk schouwspelletje in een gezellig straatje. Op het gezellige dorpsplein naast het oude gemeentehuis eindigt mijn etappe van vandaag. Ik poseer nog even naast de grote gouden kroon op het plein en neem vanaf de waterpomp nog even een kijkje rondom. Om 13.15 uur begin ik aan mijn uitlooproute van 8,8 km naar station Boxmeer. Na de passage van de rivier ‘De Maas’ en een pittige wandelpas stap ik om 14.30 uur in de trein op weg naar huis. Met de prachtige vertolking van “What A Wonderful World” van Eva Cassidy in m’n oren raak ik steeds meer overtuigd van de mooie bedoeling van deze aarde voor ons mensen, maar dat juist wij mensen er een ‘rommeltje’ van maken……

 

volgende etappe >>


Maak een gratis website Webnode