26/26 Strabeek - St.Pietersberg (15,0 km)

25 december 2014

"Een diep gelukzalig gevoel maakt zich van mij meester...."

Met kriebels in m’n buik stap ik ‘s ochtends om half acht naast m’n bed. De laatste etappe van mijn Pieterpad avontuur staat voor de deur. Sinds mijn aankomst in Valkenburg, de vorige week, denk ik eraan hoe het zal zijn als ik het eindpunt op de St.Pietersberg bereik. Ik betrap mijzelf erop dat ik alweer bezig ben met de toekomst, in plaats van simpelweg te genieten van de dingen die ik vandaag op mijn pad tegenkom. “Dat valt me toch lastig.”; spreek ik mijzelf vermanend toe. Na een ‘opfrisbeurt’ onder de koude kraan steek ik vijftien minuten later de lampjes van de kerstboom aan. Het is vreemd iedere keer, zodra de glinsterende lampjes aan zijn krijg ik er een warm gevoel bij. De kille ochtendsfeer verandert in een warme en gezellige huiskameromgeving, die het gevoel van ‘home sweet home’ extra glans geeft.

Als ik op deze eerste kerstdag aan het ontbijt zit bedenk ik dat het voor veel mensen “The Most Wonderful Time of the Year” is. En de eerste vraag van de dag komt al snel in me op; “Wat is er nou zo wonderlijk aan deze ‘mooiste tijd’ van het jaar?” Zijn het de cadeau’s? Is het de sneeuw, die nog steeds op zich laat wachten? Is ‘t het ‘ho-ho-ho’ van de Kerstman? Het samenzijn met familie? Zijn het de rijkelijk gedekte tafels met overheerlijke recepten? “Wat hebben wij het toch goed?”; stel ik vast, als ik bedenk dat míjn tafel vanavond ook gedekt is met een heerlijk kerstdiner. Maar is het daarom de mooiste tijd van het jaar? Of is het omdat we beseffen dat er ooit een bijzonder kind werd geboren? Zoals de ‘Wijzen uit het Oosten’ en de ‘Herders in het veld’, die zich verheugden met zéér grote vreugde, over de geboorte van de Heiland. Voor hen was het waarschijnlijk ‘het mooiste moment uit hun leven’. Ik besluit die ‘gedachten van vreugde’ vandaag mee te nemen op weg naar het eindpunt van het Pieterpad.

Rond half negen sla ik mijn rugzak om m’n schouders en vertrek vanaf station Landgraaf richting Valkenburg. Als ik om iets over negenen begin met de korte aanlooproute naar Strabeek tref ik vreemd genoeg een nogal onrustig Valkenburg aan. Een vrouw rent gehaast vanaf het station het dorp in en verliest daarbij haar OV-Chipkaart. Automobilisten scheuren met hoge snelheid langs me door en een man loopt in gehaaste pas voor me uit, om blijkbaar een vergeten kerstkaart op de brievenbus te doen. “Als dit symbool staat voor de ‘mooiste tijd van het jaar’, hoe moet het dan de rest van ’t jaar zijn bij die mensen?”; mijmer ik bij mezelf, en neem bij de kerk op m’n gemak de eerste ‘selfie’ van de dag. Een artistiek kunstwerk, in ‘t midden van de rotonde bij Strabeek, toont dat Valkenburg een échte wielerstad is. Als ik het kleine Strabeek uitwandel heb ik over de weilanden een mooi uitzicht op het bekende ‘Kasteel St.Gerlach’, waar ooit beroemdheden, zoals de Amerikaanse president George.W.Bush.Jr en Bruce Springsteen te gast waren.

Over de mooie veldweg bereik al snel de oevers van het riviertje ‘De Geul’. Hoewel ik al vaak langs de Geul heb gewandeld verbaas ik mij ook nu weer over dit prachtige stukje ‘vaderland’. Als ik het riviertje bij ‘De Plenkert’ oversteek bedenk ik dat je de ‘mooiste tijd van ’t jaar’ het héle jaar kunt genieten. Ik verheug mij altijd met ‘grote vreugde’ als ik gedurende de jaargetijden mijn ogen de schoonheid van het ‘vaderland’ mag gunnen. En zo mag ik mij ook met zéér grote vreugde vullen, als ‘De Tuin’ zich voor mijn ogen opent. En de Tuin opent zich vandaag als ik, via een ijzeren klappoortje, het natuurpark ‘Ingendael’ binnen stap. Met links van me de fraaie contouren van ‘de mergel’ en rechts van me het idyllische uitzicht over ‘De Geul’, kasteel St.Gerlach en het ‘Ingendal’ zelf.

Nog nagenietend van de fraaie uitzichten sla ik na een kilometertje linksaf de ‘Lange Bergweg’ in. Een langgerekte klim door de bossen van het ‘Ingendael’ naar Terblijt’. Ik heb de klim al vaker bedwongen en weet dat het steilste stuk in de staart zit. Na een rustig begin zit het klimritme er al snel in en ik geniet van dit ‘sportieve moment’. Via een houten klaphekje bereik ik de rand van het dorp, waar in vroeger jaren de start plaatsvond van de inmiddels bekende ‘Heuvelland 4-daagse’. Als ik langs enkele typische Limburgse boerderijen door Terblijt loop wordt ik opnieuw achtervolgt door een spiedende kat. “Ik moet toch wel een lekker hapje zijn.”; bedenk ik, als ik besef dat dit zo’n beetje de vierde kat is in wiens poten ik, tijdens het Pieterpad, misschien wel ten prooi zou zijn gevallen. Ik ben gelukkig een rappe wandelaar en ontkom, langs herberg ‘De Bonte Haan’, aan de eetlust van deze ‘Terblijtse Tijger’.

Als ik Terblijt uitwandel passeer ik, bij een klein buurtweilandje, het tafereel waar het uiteindelijk met kerstmis allemaal om gaat. Het is een van de vele kerststallen, die je in Limburg kunt aantreffen. Als een voleerd ‘Wijze uit het Oosten van Limburg’ kniel ik, net als de échte ‘Wijzen uit het Oosten’, neer bij de kribbe waarin dat bijzondere kind ligt. Wat de ‘Wijzen uit het Oosten’ toen wel wisten maar nooit zelf hebben kunnen zien, is het wonder dat dit ‘Kind’ volbracht, toen Hij de lijdensweg ging, zoals ik die mocht aanschouwen langs de ‘Voetvallen’ over de Kollenberg in Sittard. Dit ‘Kind’ plaveide ook mijn weg terug, naar het Koninkrijk van ‘De Tuinman’. “En ik verheug mij daarover, met zéér grote vreugde.”; besef ik opnieuw, als ik het tafereel in de kerststal aanschouw en bedenk dat ik ooit de bewuste keuze heb gemaakt voor dat bijzondere ‘Kind’. Het allermooiste is dat ik dat, zoals de kerststallen overal in de wereld uitbeelden, mocht aannemen in ‘eenvoud’; ‘The Most Wonderful Moment in Life’.

Ik verlaat deze ‘Heerlijkheid van Terblijt’ langs de weilanden waar ik een prachtig uitzicht heb op de kerktoren van het dorp. De plaats waar mensen samenkomen om hulde te brengen aan het bijzondere ‘Kind’. Iets verderop bereik ik de uitlopers van de ‘Bemelerberg’. Op een afgezaagde boomstam krijg ik nog even wat moed ingesproken als ik lees dat het nog maar tien kilometer is tot het eindpunt van het Pieterpad. De korte tekst ‘Nog even volhouden’ roept een onderbuik gevoel in me op, als ik bedenk dat mijn Pieterpad er over ruim anderhalfuur op zit. En opnieuw vraag ik me af hoe het zal zijn als ik het eindpunt echt bereik. Ik voel een lichte emotie opkomen en knipper met m’n ogen een vochtig traantje weg. “Waar was die voor?”; vraag ik mij verwonderd af. Ik moet mijzelf het antwoord schuldig blijven. Als ik de tekst lees op de andere afgezaagde boomstam ‘Pieterpad, weet waar je aan begint’, druipt het besef binnen dat ik voor het eerst écht in m’n leven iets écht heb voltooid. Zeker, ik heb veel dingen gedaan en afgemaakt, maar toch heb ik altijd het idee gehad dat al die dingen nooit echt af waren. Alsof er altijd nog iets ontbrak. En nu sta ik op het punt een avontuur met een voldaan ‘binnengevoel’ af te maken. En zachtjes begin ik van ‘binnen’ al te juichen.

Als ik onderlangs de ‘mergelwanden’ loop worstel ik mij een weg door de laatste stevige modderpaden van het parcours. De mergelrotsen zijn een prachtig decor in het pittoreske landschap rondom het plaatsje ‘Bemelen’, een stukje ‘vaderland’ bij uitstek. Als de grillige ‘krijtrotsen’ stilaan uit ’t zicht verdwijnen verschijnen aan de horizon de eerste contouren van de St.Pietersberg. En opnieuw knipper ik het vocht uit m’n ogen. Misschien moet je het meegemaakt hebben, maar het gevoel van ‘één keer in je leven, écht iets af te maken’ is een niet te beschrijven emotie van zéér grote vreugde. Misschien hadden de ‘Wijzen uit het Oosten’ ook wel zo’n gevoel, toen zij naast de kribbe van het ‘Kind’ neerknielden.

Na enkele akkers wandel ik de straten binnen van het Maastrichtse voorportaal ‘Scharn’. Tegenover de kerk van Scharn passeer ik de ‘Vrijheidslaan’ en de ‘Gerechtigheidslaan’. Het is de symbolische weergave van hetgeen dat bijzondere ‘Kind’, met zijn geboorte en door Zijn daden, bracht voor de mensen in deze wereld: ‘vrijheid’ en ‘gerechtigheid’. Na de straten van Scharn wandel ik langs de prominent aanwezige ‘groene koepelkerk’ van Maastricht. Een imposant bouwwerk dat van verre de omgeving domineert. Aan de voorzijde van het gebouw stuit ik op het laatste oorlogsmonument langs het Pieterpad. Ook nu maak ik een gepaste pas op de plaats ter herinnering aan de soldaten, die hun leven gaven voor de bevrijding van de stad Maastricht in september 1944. Het monument staat symbool voor de ‘gerechtigheid’ die voor mij de grootste overwinnaar is van de Tweede Wereldoorlog.

Om kwart voor twaalf begin ik vanaf de voorzijde van station Maastricht aan de laatste vier kilometer naar het eindpunt. De stad hult zich onder een blauwe deken van hemelse luchten. De smalle straatjes en steegjes zijn, op deze eerste kerstdag, zo goed als leeg en geven de anders levendige stad even een moment van rust. ‘Zie, proef, geniet en beleef…’, zijn de toepasselijke teksten die staan afgebeeld op de ramen van de bekende ‘Bisschopsmolen’. Voor mij een prachtige korte weergave van mijn Pieterpadbelevenissen. Woorden die weergeven hoe ook ‘De Tuin’, die ons is gegeven, ooit is bedoeld. We mogen de Tuin ‘aanschouwen’, we mogen er van ‘proeven’, we mogen er vooral van ‘genieten’ en we mogen de Tuin ‘beleven’, waardoor het ons mensen aan niets hoeft te ontbreken. “Laten we het alsjeblieft zo houden.”; spreek ik diep van binnen de mensheid toe.

Ik steek het riviertje ‘De Jeker’ over en wandel door het kleine stadspark in de richting van ‘Fort St.Pieter’, aan de voet van de St.Pietersberg. Naast het ‘Fort’ begin ik onder aan een steile trap met de beklimming van de berg waar bovenop mijn eindpunt is gelegen. Met nog één kilometer te gaan heb ik vanaf de grasvelden op de berg een prachtig uitzicht over de stad Maastricht. Even heb ik het gevoel alsof ik onderweg ben naar de hemel. “Verhip, dat ben ik ook!”; roep ik lacherig voor me uit. Na het passeren van een kudde schapen in een weiland bereik ik het officiele eindpunt van het Pieterpad op de top van de St.Pietersberg.

Een diep gelukzalig gevoel maakt zich van mij meester als ik m’n rugzak afdoe. ‘Tussen wens en vervulling ligt een grote afstand’, is de tekst van ene Tonnie op de monumentale zuil die het eindpunt markeert. Het zijn de woorden van mijn droom om ooit een keer écht iets af te maken. Een droom die ik op deze eerste kerstdag van 2014 in vervulling mag zien gaan. Dankbaar steek ik mijn beide duimen omhoog en doe mij tegoed aan mijn kleine zelfgemaakte kerstpicknick. Het ‘Sleense Bittertje’ smaakt heerlijk en de kleine kerstattributen geven mij zowaar een kerstgevoel. Ik richt mijn dankwoord aan Toos Goorhuis en Bertje Jens, dat op de monumentale zuil staat opgetekend, fotografisch naar hen uit. Uit dankbaarheid, dat deze twee vrouwen ooit het initiatief namen om mensen te laten ‘zien, proeven, genieten en beleven’, de schoonheid van ons kleine maar o zo mooie landje, waarin wij wonen en werken. Ik steek mijn armen zegevierend in de lucht, maar besef dat de grootste overwinning ooit, werd geboekt door dat bijzondere ‘Kind’ in de kerststal: ‘Het mooiste moment allertijden’.


Maak een gratis website Webnode