7 april 2015
“Wat een prachtige plek voor een kerk!”
Ik ben al vroeg uit de veren en heb ruim de tijd om mij voor te bereiden op deze wandeldag. De relatief korte wandeling voert mij vandaag door de ‘Weerterbossen’ naar het station van ‘Maarheeze’. Tijdens mijn omzwervingen door de bossen hoop ik opnieuw te genieten van ‘De Tuin’, maar hoop ik ook opnieuw momenten te vinden om na te denken, vooral over onze maatschappij. Nadenken over een maatschappij, die wederom wordt opgeschrikt door geweld en agressie tegen mijn NS-collega’s. “Je zou bijna vergeten dat er ook nog ‘Een Tuin’ is om van te genieten.”; zijn de eerste zorgwekkende gedachten die in me opkomen. Het kan toch niet waar zijn dat we ons leven laten beheersen door enkele, zoals ik ze eerder benoemde, ‘storende onbekenden’, die helaas onze maatschappij vaak doelbewust willen ontwrichten. Maar het gebeurt, en helaas gaan hierdoor ook vaak veel mooie dingen aan ons leven voorbij. Mijn besluit ligt echter vast; “Ik geniet van het leven dat mij is gegeven, en kies ervoor om mijn ogen de schoonheid van ‘De Tuin’ te gunnen. En dat pakt niemand mij af!”
Met de fraaie lentedag in het vooruitzicht stap ik om even voor zevenen in de trein richting mijn startpunt, station ‘Weert’. Al op het station van Landgraaf ontmoet ik een collega, en even later zit ik vanaf station Heerlen met een viertal collega conducteurs, onderweg naar hun ‘BOA-cursus’, in een eerste klasse ‘stilte coupé’. Het valt niet mee om onze gesprekken op ‘gedempte toon’ te voeren, maar het gesprek in de ‘stilte coupé’ gaat hoofdzakelijk over dat ene onderwerp,….. ‘agressie’. We opperen over en weer oplossingen om het geweld tegen te gaan, maar de échte oplossing zit er waarschijnlijk niet bij. We zijn het wel met elkaar eens dat het erg lastig zal worden om het geweld tegen NS-personeel volledig uit te bannen. Eenmaal in Weert laat ik mijn collega’s achter in de trein. Zij op weg voor een verhelderend dagje ‘wetgeving’, ik op weg voor een verhelderend dagje in ‘De Tuin’.
Daar waar ik Landgraaf verliet met een schemerig zonnetje in het vooruitzicht, kom ik in Weert terecht in een mistige en enigszins troosteloze wereld. De straatverlichtingen branden nog en geven de stad een grillig sfeertje. De fietsenstalling met de geknotte bomen versterken het beeld van een grijze wereld, waar weinig vreugde valt te beleven. Het is de symbolische weergave van een wereld waarin ‘de liefde meer en meer aan het verkillen is’, zoals dat in mijn ‘Tuinboek’ staat beschreven. Voorbij het kleine spoortunneltje zie ik hoe een overvolle trein het mistige station uitrijdt. De wandeling brengt mij al snel langs de ‘Zuid-Willemsvaart’. De grillige stad maakt plaats voor geheimzinnige contouren rondom de wateren van het kanaal. Maar ook de lente laat zich gelden als ik onder de spoorbrug wandel bij het kanaal. De mooie witte ‘katjestakken’ steken fraai af tegen het fletse groen van de brug.
Tussen de takken langs het water zwemt het gevogelte af en aan. Het is een rustgevend beeld dat ook zijn uitwerking heeft op mijn eigen gemoed. Ik passeer een klein haventje waarin een steiger zich hult in de mystiek van een of andere ‘Alfred Hitchcock Film’. Op elk moment verwacht je dat een of andere griezel uit het water omhoog komt en je over de steiger tegemoet komt. Vanaf het mystieke schip in de mist verwacht je ieder moment een brul van ‘Kapitein Ahab’, die met z’n harpoen jacht maakt op de reusachtige ‘MobyDick’. Maar gelukkig, ik steek al snel ‘Sluis.16’ over en ben gerust dat daar geen walvissen doorheen kunnen. De stad Weert ligt nu definitief achter me en ik begeef me in de richting van het bekende vakantiepark ‘De Weerterbergen’. Bij de spoorwegovergang bij de ‘Boshoverheide’ vang ik de eerste ‘glimpen’ op van een blauwe lucht. De frisse geuren van de dennennaalden begeleiden mijn eerste schreden door het militaire oefenterrein van de ‘Weerterheide’. Voor het eerst vang ik de verkwikkende geuren op die ‘De Tuin’ verspreidt.
Als ik de ‘urnenheuvel bij de Boshoverheide’ passeer kan ik mij niet onttrekken aan het gevoel dat het een mooie ‘rustplaats’ is om overledenen te gedenken. Een mooie plek van stilte en rust om het verlies van een dierbare te verwerken. Via een andere spoorwegovergang trek ik verder de bossen in en verwonder mij over de prachtige zonnestralen tussen de bomen door. Ze maken mij als het ware heel klein en leren mij m’n eenvoudige plek als mens op deze aarde in te nemen. Aan de andere kant leren de zonnestralen mij ook dat ik als mens een grote verantwoordelijkheid heb, om ‘De Tuin’ te verzorgen en te koesteren. Zodat, ook het nageslacht kan genieten van het leven op onze mooie aarde. Ik wandel voorbij het vakantiepark ‘De Weerterbergen’ en zie hoe de rook uit de brandende houtkachels uit de schoorstenen walmt. Het heeft iets rustgevends en roept in mij gedachten op van de mensen rondom die open haard. ‘Gezellig, samen, met elkaar,…..’
Ik wandel de lange ‘Maarheezerhuttendijk’ op en kijk uit over uitgestrekte akkers langs de bossen. Voor de derde keer passeer ik een spoorwegovergang waar op dat moment een ‘Sprintertje’ voorbijraast. Voorbij het wandelparkje ‘Goudreinet’ steek ik de autobaan A2 over, om via een steile betonnen trap in een ‘Rustgebied’ te belanden. En rust heerst er! Ik leun ontspannen over een hek en gun m’n ogen en oren de rust van het prachtige Noord-Limburgse landschap. De bomen, de struiken, het gras, het riet, de zon en de inmiddels strakke blauwe luchten hebben iets ‘tijdsloos’. Ik droom wat weg en vergeet bijna dat ik nog wat kilometertjes te wandelen heb. Een boerenweiland bij ‘Fiets & Wandelcafé Peerkesbosch’ maken mijn tijdloze gevoel compleet. Langs de sloot van de ‘Oude Graaf’ struin ik in de richting van het uitgestrekte moerasgebied van de ‘Hugterheide’.
In de verste verte denk ik niet meer aan alle geweld en agressie die onze maatschappij teistert. Ik beland in een stukje Nederland waar de natuur het voor het zeggen heeft. Mijn gedachten gaan bijna als vanzelf naar de woorden uit een van de Psalmen: ‘Wat is de mens, dat Gij zijner gedenkt, en het mensenkind, dat Gij naar hem omziet?’ Het zijn de woorden die in mij een enorm dankbaar gevoel losmaken dat ik, als klein en nietig mens, er in de ogen van de ‘Tuinman’ mag zijn, en dat ik mag genieten van al het mooie dat onze aarde te bieden heeft. En hier op de ‘Hugterheide’ geniet ik van een buitengewoon stukje Nederland. Zelfs zo dat het mij ontroerd. Vanuit de verte vallen mijn ogen plotseling op een groepje eenden in het hoge gras. Met mijn telelens haal ik ze dichterbij en ik verbaas mij over de onbezorgdheid die de dieren op mij overdragen. “Och kon ik dat ook wat vaker hebben.”; is de stille wens die ik daarbij uitspreek. Als ik de statige witte zwaan voor de lens krijg kan ik mijn emoties daarover amper bedwingen. Het lied van Psalm 104 zingt door m’n hoofd: ‘Loof de Here, mijn ziel, en alles wat in mij is.’
Ik volg het pad verder langs de mooie moerassen en wandel de ‘Grashutdijk’ op in de richting van het ‘Grenskerk Monument’. Voorbij een uitzichtstoren wandel ik het ‘Brabantse Land’ binnen en wordt symbolisch welkom geheten in het ‘Weerterbos’. Enkele tientallen meters verder neem ik plaats op een van de banken in de ‘Grenskerk’. “Wat een prachtige plek voor een kerk!”; zijn de woorden die ik uitspreek als ik mij de stilte gewaar wordt op deze plek van ‘aanbidding’ en ‘bezinning’ in ‘De Tuin’ zelf. Met gevouwen handen richt ik mijn ogen op het houten kruis achter het altaar en vraag mij in alle oprechtheid af hoe het komt dat er zoveel geweld en agressie is in onze maatschappij? “Zou het kunnen, dat we massaal zijn afgedwaald van die éne ‘Mooie Boodschap’? Die Boodschap van vrijheid, vriendelijkheid, verdraagzaamheid en vergeving? Die Boodschap van ‘opnieuw beginnen’? Wie wil er nu niet opnieuw beginnen, als alles in z’n leven in de soep is gelopen?”; zijn de vragen die mij minuten lang bezighouden. Als een flits dreunt het liedje ‘Five Minutes’ van Gretchen Peters door m’n hoofd. En ik bedenk dat het voor ieder mens goed zou zijn om eventjes vijf minuutjes stil te zijn en na te denken over zijn leven en wat die er van heeft gemaakt. Maar ook om vijf minuutjes erover na te denken wat je voor anderen hebt gedaan. Wat was míjn bijdrage vandaag aan de medemens? En ik ben vast overtuigd; “We zouden een hele andere wereld hebben als iedereen geregeld slechts vijf minuutjes de tijd nam, om zijn eigen leven onder de loep te leggen.” Ik verlaat de ‘Grenskerk’ met het gebed dat mensen, die waar dan ook gestrand zijn in hun leven, een weg mogen vinden om ‘Opnieuw te beginnen’.
Ik vervolg de wandeling door de bossen van het Weerterbos en kom via een nieuw geasfalteerd fietspad terecht in ‘Landgoed Kamersven’. Hierbij bewonder ik de fraaie en vooral peperdure bungalows die het Landgoed rijk is. Snel daarna bereik ik ‘Maarheeze’. Een klein industrieparkje brengt mij bij het eindpunt van de wandeling op het station van ‘Maarheeze’. Een paar minuutjes later zit ik alweer in de trein richting Weert en naar huis. Even voor Sittard mindert de trein vaart en hoor ik via de omroep; “Dames en Heren, we moeten een stukje langzamer rijden omdat er een persoon in het spoor loopt die daar niet thuis hoort.” Op twee vingers tel je dan al af wat die persoon van plan is, en ik bedenk; “Mens, met vijf minuutjes kun je ‘opnieuw beginnen’. Er ligt een ‘Boodschap’ voor je klaar….!” De trein komt echter al snel weer op gang en ik verzand in hoopvolle gedachten dat ‘de persoon’ gekozen heeft voor ‘Five Minutes’.